-
1 intelligible language
duidelijke taal,verstaanbare taal -
2 in plain English/language/speech/terms/words
in plain English/language/speech/terms/wordsEnglish-Dutch dictionary > in plain English/language/speech/terms/words
-
3 plain
adj. duidelijk; eenvoudig; onaantrekkelijk, lelijk; effen--------adv. eenvoudig; duidelijk--------n. vlakte; wildernisplain1[ pleen] 〈zelfstandig naamwoord; vaak meervoud met enkelvoud betekenis〉————————plain2I 〈bijvoeglijk naamwoord; plainness〉2 simpel ⇒ onvermengd, puur 〈 water, whisky e.d.〉; weinig attractief 〈 vrouw, meisje〉; ongelijnd 〈 papier〉♦voorbeelden:in plain clothes • in burger(kleren)plain cooking • burgerkostplain dealing • eerlijk(heid)it was plain sailing all the way • het liep allemaal van een leien dakjeII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉♦voorbeelden:————————plain32 ronduit -
4 talk turkey
openhartig spreken, geen blad voor de mond nemen, duidelijke taal spreken -
5 appeler
appeler [aaplee]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 roepen2 oproepen3 opbellen4 noemen5 benoemen ⇒ roepen (tot), bestemmen (voor)6 verlangen ⇒ noodzaken, met zich brengen♦voorbeelden:appeler le médecin • de dokter laten komenappeler qn. • iemand (aan)roepenappeler à l'aide, au secours • om hulp roepenappeler qn. ( au téléphone) • iemand opbellenappeler qn. en justice • iemand voor het gerecht dagenappeler qn. par son prénom • iemand bij zijn voornaam noemenappeler les choses par leur nom • het kind bij de naam noemenêtre appelé à 〈+ onbepaalde wijs〉 • bestemd zijn (om), geroepen worden (tot), genoodzaakt zijn (om)appeler qn. à une fonction, à un poste • iemand benoemen op een postelle est appelée par sa fonction à beaucoup voyager • haar functie zal met zich meebrengen dat ze veel moet reizenune riposte en appelle une autre • het ene weerwoord lokt het andere uitappeler l'attention de qn. sur qc. • iemands aandacht op iets vestigen♦voorbeelden:1 comment t'appelles-tu? • hoe heet je?voilà ce qui s'appelle parler • dat is pas duidelijke taalou je ne m'appelle plus X, aussi sûr que je m'appelle X • zowaar als ik leef, hier sta1. v1) noemen2) (op)roepen3) opbellen4) benoemen2. s'appelerv -
6 clarté
clarté [klaartee]〈v.〉1 licht ⇒ lichtschijn(sel), glans, helderheid♦voorbeelden:f1) lichtschijn(sel), glans2) helderheid [water, glas]3) duidelijkheid, helderheid -
7 netteté
netteté [nettee]〈v.〉♦voorbeelden:fhelderheid, duidelijkheid -
8 parler avec netteté
parler avec netteté -
9 s'exprimer avec clarté
s'exprimer avec clarté -
10 voilà ce qui s'appelle parler
Dictionnaire français-néerlandais > voilà ce qui s'appelle parler
-
11 Schmus
-
12 ausdrücken
ausdrücken1 (uit)drukken ⇒ (uit)persen, (uit)knijpen3 uitdrukken, uiten, formuleren♦voorbeelden:seine Haltung drückte Müdigkeit aus • zijn houding verried vermoeidheidetwas in, mit Worten ausdrücken • iets met woorden uitdrukken1 zich uitdrukken ⇒ zich uiten, spreken♦voorbeelden:1 sich klar und deutlich ausdrücken • (a) duidelijk formuleren; 〈 (b) figuurlijk〉 duidelijke taal spreken -
13 deutlich redende Beweise
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > deutlich redende Beweise
-
14 ohne Schmus reden
ohne Schmus reden -
15 reden
reden♦voorbeelden:keine Silbe reden • geen stom woord zeggener lässt mit sich reden • er valt met hem te pratenvon einer Sache viel Redens machen • veel ophef van iets makendeutlich redende Beweise • bewijzen die duidelijke taal sprekendu hast gut, leicht reden! • jij hebt mooi, goed, makkelijk praten!von sich reden machen • van zich doen sprekendiese Musik redet zum Herzen • deze muziek spreekt tot het harter redet, wie ers versteht • hij spreekt naar hij verstand heeft -
16 sich klar und deutlich ausdrücken
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > sich klar und deutlich ausdrücken
-
17 Deutsch
〈o.; Deutsch(s)〉1 Duits, de Duitse taal2 Duits, het vak Duits ⇒ Duitse taal- en letterkunde♦voorbeelden:wie heißt das auf Deutsch? • hoe zegt men dat in het Duits? -
18 perspicuousness
n. Duidelijkheid; duidelijke uitleg; zuiverheid (van taal)
См. также в других словарях:
Kingdom of the Netherlands — For the country called Netherlands within the Kingdom, see Netherlands. Kingdom of the Netherlands Koninkrijk der Nederlanden (Dutch) Keninkryk fan de Nederlannen (West Frisian) … Wikipedia